De space shuttle

Herinneringen zijn niet altijd te vangen op een canvasdoek of in lijstjes die we met trots aan de muur hangen. Alleen verhalen die we willen doorvertellen worden geëtaleerd. Deze herinnering bestaat enkel in een vacuüm, een tijdscapsule. In de verleden tijd. 


In het vliegtuig delen Abla en hij een drie-zits met een man van wie zijn weinige en kleurloze haren op zijn voorhoofd bungelen. De man had gevraagd of hij van plek wilde ruilen, zodat hij naar buiten kon kijken vanuit het vliegtuigraam.


Van opwinding en angst knijpt hij in zijn zus’ arm. Een vijftienjarige bangerik die als het aan hem ligt de hele vlucht zijn ogen dicht houdt. 


Een paar uur geleden had hij nog nooit een vliegtuig van dichtbij gezien, laat staan er in te hebben gevlogen. Een joekel van een machine, zo groot dat het de illusie wekt van een schip met rijke Engelse dat tijdens de zomermaanden aan de Turkse kust ligt te dobberen. 


Als ze tientallen minuten boven de wolken zweven ziet hij de grond onder zijn voeten steeds kleiner en kleiner en kleiner worden. Het schip trekt hem langzaam weg van het land van de grote bergen en olijfbomen.

Twee stewardessen komen met een kar vol lekkernijen langsgelopen. De gele zakken m&m’s die bovenop elkaar in de eerste lade liggen, trekken zijn aandacht. Astronauten John W. Young en Robert L. Crippen aten de chocolaatjes vorige week in de shuttle die hen naar de ruimte bracht. Daarmee schreef het snoepmerk geschiedenis. Vol verbazing las hij erover in de gazette die hij vroeg in de morgen uitdeelde aan oude dorpsbewoners waarvan hij wist dat hij de helft niet eens kon lezen. De rotbaantjes om aan het tweepersoonshuishouden bij te dragen zou hij niet gaan missen.


Hij kijkt naar zijn zus en dan weer naar de gele zakken, zij wijst hem op de in folie papier gewikkelde broodjes köfte van buurvrouw Husniye. De geur van het gebakken mengsel gehakt, uien, broodkruimels en peterselie probeert vanaf het moment dat de stewardessen de vliegtuig deuren sloten uit het zilveren omhulsel te ontsnappen. De groep mensen waar hij en zijn zus zich de komende uren onder bevinden laten hem schamen voor iets zo simpel als de geur van etenswaren.


Platgeslagen balletjes gehakt, ik zal jullie missen. Gevuld bladerdeeg met spinazie en kruimels feta kaas, zeg jullie moeder gedag voor me. Plastic bekertjes zoute drinkyoghurt, vergeet ons niet.


Gisteren keek hij een laatste keer naar het huis, dat pal naast die van de familie stond en bedacht zich: terwijl zijn huis steeds leger werd, bleef die van buurvrouw Husniye zich opvullen met schoondochters en arme seizoenswerkers. 


Dat was in de tijd voor de grote mannen naar het dorp kwamen. Die mannen noemden ze witte jassen. Hun gympen, die met piepende geluiden over de vloer gleden bij elke stap, beloofden weinig goeds. Stilte, afwachting en een hoop zweet vulden de gymzaal.


Daar stonden ze, de dromerige mannen uit het dorp, in rijen achter elkaar opgesteld. Ook vader. Een zaklamp in het gezicht. Vreemde vingers die achter het binnenste van zijn ooglid proberen te kijken alsof hij daar een schat aan gestolen goederen of erger: intellect bewaard.


Zijn mond opentrekken.

Zijn gebit inspecteren.

Goedgekeurd en uitgenodigd door hen die hem zijn verdere aanwezigheid het gevoel geven dat die beoordeling niet volstaat.


In gedachte verzonken schrikt hij op als de kar met lekkernijen hem voorbij is. Zijn tijd verspild, hij had op zijn minst de zoete geur in zich kunnen opnemen.


De vrouw in de rij voor hem besteld twee gele zakjes, overhandigd ze aan haar dochters, die beide aan een uiteinden zitten. Hij stelt zich voor hoe ze zouden smaken. Hoeveel hij er tegelijkertijd in zijn mond zou kunnen stoppen


De oudste is van zijn leeftijd. Uit verveling schommelt de jongste met haar stoel heen en weer tot ergernis van de oude, bijna kale, man.


Hij ziet vanuit de opening tussen de stoelen dat het grote meisje een stripboek van X-Men tot zich neemt. Verheugd probeert hij via de gleuf wat zinnen mee te lezen. Een Engelse editie, shit. Van de meeste woorden moet hij de betekenis raden, dat maakt het verhaal niet minder spannend. Het meisje leest razendsnel, het is moeilijk haar tempo bij te houden.

Hij draait van links, naar rechts, weer links, buigt zich wat voorover wanneer ze een nieuwe pagina begint. 


Niet onopgemerkt: ze draait plots haar hoofd om. Zijn hart begint sneller te kloppen, hij voelt zich betrapt, zijn wangen kleuren rood. In en uitademen gaat beter nu het meisje een glimlach op haar gezicht tovert. Ze vraagt hem of hij ook fan is. Iron Man, is mijn favoriet, hoort hij zichzelf zeggen. Zij geeft ze de voorkeur aan Fantastic Four. Je lichaam ombouwen naar onmenselijke lengtes en vormen, haar pupillen worden groter bij alleen al de gedachte. Het kriebelt een beetje in zijn buik. Ze overhandigt hem het rode stripboek. Met zijn vingers glijdt hij over de bladzijden. Niet om te lezen. Maar om het papier dat zij heeft vastgehouden aan te raken. 


Ik ga naar Schiedam, zegt ze. Hij knikt alsof hij het plaatsje kent. Om een oom, een man met een grote dikke snor, die hen drie tellen later vanaf een vierkant fotopapier aankijkt, al een paar jaar woont, te bezoeken. Het meisje drukt de foto tegen haar borst. 


Haar lievelingsoom, zoals mensen die je nooit ziet vaker lievelings, favoriet, beste en vooral beter zijn dan diegene die er wel is.


En jij? het meisje kijkt hem

met een nieuwsgierige blik aan. Haar zwarte ogen prikken in die van hem. Als hij er een tel langer naar kijkt bestaat de kans dat hij duizelig wordt. Ik ga bij mijn familie wonen, zij wonen in Eindhoven

Jij dus nu ook, zegt ze stellig. En ze lacht terwijl ze het boek weer uit zijn handen ritst en zich terug omdraait. 


Hij bedenkt zich dat de kans dat hij haar ooit nog zal zien erg klein is. En verbeeldt zich dat hij tijdens deze kortste drie uur en vijfenveertig minuten Fantastic Four is, zodat hij zijn lichaam zo kan verbouwen dat er ruimte is een lijstje naast zijn hart te hangen met daarin een levensechte weergave van dit moment. De rest van de vlucht durft hij naar eigen stomme verbazing langer dan een paar seconden achter elkaar uit het vliegtuig raam naar beneden te kijken.

Next
Next

reality: a movie about a female whistleblower